R   E   C   E   N   T



Woensdag 24 april

BOUW VILLA VROUWENHOF OM TOT MAURITSHUIS

       Den Haag heeft er één. Willemstad ook en waarom zou Roosendaal niet de derde gemeente worden met een Mauritshuis binnen de stadasgrenzen. Omwonenden, cultuurliefhebbers en historisch bewuste stadgenoten maken zich terecht zorgen over de staat waarin Villa Vrouwenhof verkeert. Toen het Chinese restaurant er in 2022 de brui aan gaf, ging het snel bergafwaarts met het monumentale gebouw. In november 2023 werd de laatste eigenaar ZV Beheer failliet verklaard, en sindsdien probeert curator Dirk Spoormans een nieuwe eigenaar voor de voormalige villa te vinden. Binnen een paar weken wil hij het pand 'actief in de Markt zetten'. Waarschijnlijk wordt dit een heilloze missie, want het bedrijfsleven kan weinig aanvangen met het landgoedje in het Vrouwenhof.
 
De gemeente Roosendaal is de meest logische partij om Villa Vrouwenhof nieuw leven in te blazen. maar helaas, het College van B&W geeft vooralsnog weer eens niet thuis. Tot grote ergernis van diverse fracties in de gemeenteraad heeft Het Huis van Roosendaal laten weten 'niet te overwegen' om het monument te kopen. Bestuurlijke kortzichtigheid pur sang. Uit historisch- en cultureel oogpunt en algemeen fatsoen moet de gemeente gewoon de portemonnee trekken en er snel mee aan de slag gaan. Villa Vrouwenhof kan prima dienst doen als nieuwe theatervoorziening in combinatie met het aangrenzende openluchttheater. Het pand zou bij voorbeeld Tiuri onderdak kunnen bieden, zodat de voormalige galerie in De Kring weer als foyer en expositieruimte beschikbaar komt. In de huidige situatie komt De Kring bij goed bezochte voorstellingen, zeker wanneer beide zalen tegelijkertijd worden gebruikt, letterlijk tafels en stoelen te kort om het publiek op een fatsoenlijke wijze te ontvangen. Dat probleem zou daarmee grotendeels opgelost zijn. In het gebouw moet daarnaast een podium verrijzen waardoor voorstellingen verspreid over meerdere locaties in het Vrouwenhof mogelijk worden, waardoor er een echt festivalsfeertje kan ontstaan en er grotere evenementen kunnen worden georganiseerd. De gemeente heeft via De Kring enkele jaren terug fors geinvesteerd in het openluchttheater. Daar is nu niets meer van te zien -de poort staat gewoon open- en als er niet in het project wordt geinvesteerd is dat belastinggeld volkomen verspild. Trek als gemeente nog een keer de portemonnee en Roosendaal heeft er een nieuwe voorziening met attractiewaarde bij. Daar zal de gehele samenleving de vruchten van plukken. Zoals bekend heeft prins Maurits, de tweede zoon van Willem Oranje, het toenmalige Huize Vrouwenhof gebruikt als jachtslot en daarom is het volkomen logisch om Villa Vrouwenhof om te dopen in Het Mauritshuis. De nieuwe bewoner/gebruiker kan daar straks een leven hebben als een prins. Deo Volente, de gemeente het wil!              

Woensdag 24 april

VROUWENHOF WAS EENS EEN PRACHTIG RUSTPUNT

       Wandelen in de lanen met oude statige eiken bomen, vijvers, bruggetjes en grachten midden in de stad. ‘s Ochtends vroeg kan men er genieten van gezang van verschillende vogels. Zelfs fazanten en reigers laten zich zien. Tientallen konijnen rennen schielijk weg bij het zien van mensen. Nog even kunnen ze profiteren van ruimte en hun vrijheid. Totdat de stad ontwaakt en het verkeer hun geluid overneemt. De ‘jachtige wereld’ komt op gang!
We moesten op de paden lopen, zeker niet op het gras, wanneer we gingen wandelen in het Vrouwenhof met de familie. De graskanten waren keurig strak gesneden en op de paden was geen vuiltje te zien. Bovendien er liep altijd wel een politieagent met zijn fiets aan de hand te controleren en om de orde te bewaken! En die was niet flauw hoor. Hij gaf meteen een bekeuring wanneer iemand zich op het grasveld bevond. En een fikse waarschuwing er bovenop! De schrik zat er dan ook goed in. Trouwens op de lagere school werd ons met regelmaat vertelt wat we wel en niet mochten. En diegene die ons dat vertelde had altijd gelijk volgens onze ouders. En daar hielden we ons dan meestal maar zo goed mogelijk aan!
De Villa Vrouwenhof en het park hebben diverse eigenaren gekend. De villa stamt uit 1830 en is uitgevoerd in neoclassicistische stijl. Naar alle waarschijnlijk heeft Prins Maurits de villa nog als jachtslot gebruikt. Na de inname van Breda werd Prins Maurits ‘Krijgsheer’. De list met het turfschip van Adriaen van Bergen uit Etten-Leur was gelukt op 4 maart 1590. Prins Maurits was toen 23 jaar. Dit alles naar het bekende verhaal ‘Het paard van Troje’. In de villa werden onderhandelingen gevoerd wat geleid heeft tot de vrede van Mϋnster op 30 januari 1648 vastgesteld en definitief getekend op 15 mei 1648. Voor Nederland en België was het een belangrijk verdrag tussen Spanje en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Hiermee kwam ook een einde aan de 80-jarige oorlog.
De familie Scholten van Aschat bewoonden het landgoed in 1850. De heer Scholten van Aschat was belastingcontroleur, de hoogste baas bij de Belastingdienst. Vandaar dat naar hem de Scholtensboslaan is vernoemd. Het sprookjeshuisje werd in die tijd door de familie Scholten van Aschat gebruikt als hoenderhok.
Rond 1900 werd het koetshuis, dat los stond van de villa. Een modelstal voor koeien welke geselecteerd werden voor export naar België en Frankrijk. Als grensgemeente en een goede internationale spoorverbinding met België, ging het goed met de veehandel in Roosendaal.
Daarna kocht een suikerfabrikant het huis. Vervolgens Maximiliaan Gallenkamp. Zijn dochter huwde met Aloysius van Gilse. Hij was een telg uit de bekende en invloedrijke Roosendaalse familie van Gilse. De Van Gilselaan herinnert nog aan deze rijke Roosendaalse bankiersfamilie. Door de grote Beurskrach in Amerika die wereldwijd toesloeg, ging de bank failliet in de crisis jaren 1930. De hele familie van Gilse met aanhang, was op slag straatarm. Maar ook honderden kleine spaarders werden door de failliete bank meegesleurd. ‘Gewone mensen’ die hun spaarcentjes toevertrouwd hadden aan de bank, waren hun geld ook op slag kwijt.
In de jaren ’70 werd het koetshuis een jongerensociëteit, maar is jammer genoeg door brand totaal verwoest. Op de plek waar ooit het koetshuis stond liggen nu vier jeu de boules-banen. In 1946 kocht het Rijk het landgoed met park en koetshuis van eigenaar Josephus-Ludovicus Portocarrero. Geboren 1890 te Antwerpen. Overleden te Roosendaal in 1966. Het landhuis, koetshuis, park en de weilanden werden aangekocht voor FL.68000,=. Wat dit voor een persoon was is mij niet bekend. Wel hoorde ik verhalen die mijn vader over deze persoon vertelde met zijn broers en collega‘s! Voor mij hing er altijd een mysterieuze, vreemde sfeer wanneer zijn naam genoemd werd en mijn oren goed open stonden! Het schijnt een veekoopman geweest te zijn die niet zo fris uit België is vertrokken. Mijn vader en zijn broers handelden ook in vee en vlees. En wellicht dat ze deze persoon in de handel tegenkwamen en hem op deze manier moesten ontmoeten.
Het Vrouwenhof werd in 1947 stadspark naar ontwerp van Jan Bijhouwer, Hoogleraar Tuin- en Landschaparchitectuur. Hij ontwierp o.a. het parkje aan het Knipplein en Prinses Beatrixplein, Burgemeester Coenenpark, Emile van Loonpark, Begraafplaats Bredaseweg enz. Amsterdammer Jan Bijhouwer (1898-1974) was landelijk bekend als ontwerper. Er werden sportvelden aangelegd voor voetbal en hockey. In 1950 bouwde men er een volière, rosarium, flamingovijver, hertenkamp en hoenderpark, fontein, doolhof, bruggetjes en de Japanse boogbrug. Verder dan nog de grote ophaalbrug. Vooral ‘s avonds, tegen dat het donker werd, klonk uit de verlichte paddenstoelen sprookjesachtige muziek. Op verschillende punten in het park stonden die paddenstoelen. Muziek die paste bij de sprookjesfiguren die we allemaal kennen. Ook een aantal zitbanken werd geplaatst. Ik herinner me nog het sprookjeshuisje. Er waren steeds wisselende sprookjesfiguren zoals Assepoester, Hans en Grietje, Sneeuwwitje enz. te zien. Hier konden we onze fantasie eindeloos laten gaan. De vijvers en grachten, waar grote goudvissen en karpers door het schone en propere water zwommen en tussen de prachtige waterplanten door gleden. Het beeld in de vijver is gemaakt door de Roosendaalse beeldhouwer Joop Vlak. Het staat er nog! De waterput en al even mysterieus, de doolhof, waar we verstoppertje speelden en elkaar lieten schrikken. Eendjes voeren, wat een genot. Verder de houten loopbrug waar we zoveel mogelijk keren probeerden op en af te lopen.
In de winter kon er worden geschaatst op de vijver en grachten wanneer het gevroren had. Het Rosarium, gemaakt in 1954, waar we gingen dansen op zaterdagavond, met de feeërieke verlichting. In de vijver stonden de pelikanen op een been te slapen wanneer het wat later in de avond werd. Maar het was ook wel gezellig. Dansen op de muziek van het Roosendaalse dansorkest ‘de Caldonians’.
Met de meeste zorg werd de tuin onderhouden. Dagelijks waren er hoveniers druk aan het werk. Het gras van de voetbalvelden werd gemaaid en kort gehouden. Er stonden voor de ‘thuisclub’ en de ‘bezoekers’ elk een kleedkamer met wasbakken. In 1964 werd het huis gekocht door de Gemeente Roosendaal en werd het een restaurant. Tegenwoordig (2012) is het een chineesrestaurant Vrouwenhof.
Op woensdagavond werd er ‘film gedraaid ‘ door de heer Reichart. Geweldig die sfeer, sereen en rustig, zonder enige wansmaak! Dit gebeurde in het openluchttheater. Waar ook de Eucharistieviering tijdens de Nationale Jeugdronde de Heilige Mis plaatsvond. De Heilige Mis gedaan door Redemptorist C.s.S.R. Pater Theo de Caluwé. Op woensdagmiddagen waren er kindervoorstellingen, doch enkel bij goed weer natuurlijk.
De speeltuin werd geopend in 1948. De speeltuin, wijd en zijd bekend, vooral door Belgische gezinnen druk bezocht. De beheerder van de speeltuin, Janus van Haperen, woonde in een Oostenrijkse woning bij de speeltuin en hield alles in de gaten. Bij hem moest men ook een kaartje kopen aan de kassa om de speeltuin te bezoeken. Met een sigaar in zijn mond overhandigde hij dan een bewijs. En van hem kregen we te horen hoe we ons moesten gedragen in de speeltuin. Ieder kind kon op zijn beurt meerijden in de ponywagen voor een rondje speeltuin. In het jaar 1973 brandde de kassa van de speeltuin totaal af.
Ter gelegenheid van de opening van het openluchttheater speelde men het toneelspel, ‘Prins Maurits in het Vrouwenhof’ en ‘Of liefde in de drie snoeken’. Onze schoolmeester Rinus Luykx was de hoofdfiguur Prins Maurits. Meester Luykx was onderwijskracht aan de Sint Georgeschool, Kalsdonk. Ik heb nog bij deze meester in de klas gezeten. Een veelzijdig iemand: schoolmeester, speelde viool, was dirigent van het kerkkoor, kon mooi zingen, jeugdleider en omroeper bij voetbalclub RBC tijdens de voetbalwedstrijden. Nooit geweten dat hij voor Prins Maurits heeft ‘gespeeld’. Misschien maar goed ook!
Ik herinner me nog goed de voetbalwedstrijden met competitie op de velden. Verschillende Roosendaalse bedrijven en fabrieken stelden elftallen samen van werknemers om tegen elkaar te voetballen. Dit alles gebeurde in de avonduren, na werktijd! De jeugdafdeling van voetbalclub R.K.V.V. Roosendaal heeft de velden nog gebruikt om te trainen. Later werd er een skatebaan en basketbalveld aangelegd.
En Popfestivals door ‘Blommenkinders’. Dit jaar, 22 juli 2012, de 6e editie. Muziek uit de jaren 1960 en 1970 stond centraal. En werd gespeeld door diverse bands. O.a. Kinksize-Mirage-Himalaya en anderen. Maar natuurlijk ontbrak de Nederlandse Bob Dylan, Armand niet bij Blommenkinders. Armand maakte deel uit van de hippiegeneratie in de jaren begin 1960. Blommenkinders zorgden voor een ommekeer van netjes in rok, kostuum, overhemd en stropdas geklede jongeren begin de jaren 1960. Veel jongelui kozen voor het hippie worden! Lange geverfde haren en bont gekleurde kledij was hip. Protestzang en dans gepaard gaande met het lak aan de hele wereld! Het gebruik van verdovende middelen begon ook populair te worden en nam razendsnel toe. Dat had Prins Maurits met zijn leger moeten zien zeg! Tja!
En de Vrouwenhofconcerten op woensdagavond. Altijd spannend wat de weersomstandigheden betreft. Palm Parkies verzorgd op een eigentijdse, moderne wijze deze festivals, die bij goed weer druk bezocht worden. Muziek, zes weken lang op woensdagavond. Dit jaar van 4 juli 2012 tot 15 augustus 2012. De afsluiter van de concerten was de beste coverband 2007 van Nederland met rockabilly muziek ‘Big Shampoo and the Hairstylers’. Geweldig!
Leuk detail is de schoenenboom! In Rotterdam hebben ze er één, maar wij in Roosendaal ook hoor. Skaters gooien uit verveling of ‘zomaar’ hun oude, misschien soms nog wel goede, gympen en schoenen en delen van hun skatebord in de boom. Ze worden met veters aan elkaar gestrikt en onder gejuich in de boom gegooid en gehangen. Mooi om te zien?? Het ‘idee’ komt oorspronkelijk uit Amerika.

 

Verder hebben we in Roosendaal nog een aantal stadsparken. Echter niet meer zo mooi onderhouden als weleer. Dit heeft zijn redenen natuurlijk, door verandering van de tijd. ‘De nieuwe tijd’!              

Woensdag 24 april

IS 'CIVIL WAR' VOORBODE VAN EEN TWEEDE TERMIJN-TRUMP?

Amerika wordt geteisterd door een burgeroorlog – en twee fotografen trekken naar Washington, richting de president. Deze indringende film van Alex Garland toont een land in verval, zonder dat daaraan verder grote woorden of moralisme worden verbonden. Momenteel nog te zien in City-Cinema.

Het gaat niet om de duiding, het gaat om het vastleggen. Anderen mogen aan die beelden vervolgens betekenis toekennen. Dat zegt de doorgewinterde oorlogsfotograaf Ellie tegen haar jongere collega Cailee, die mee is geglipt met het groepje waarmee Ellie zo’n duizend kilometer wil rijden. Bestemming: Washington D.C., het Witte Huis, waar de president zich tijdens zijn derde ambtstermijn schuilhoudt. Hem willen ze spreken. Want er woedt een burgeroorlog in Amerika. Politie, leger en burgers staan tegenover elkaar; wegen staan vol verlaten auto’s; langs de weg liggen lijken. Dit is een land, kortom, waar de laag beschaving is afgepeld en wetteloosheid de norm is.

Civil War is duidelijk geïnspireerd op het Trump-tijdperk. De maatschappelijke spanningen van de afgelopen jaren hebben in dit verhaal een kookpunt bereikt – maar Garland legt die link zelf niet expliciet. De naam van de ex-president valt niet. Termen als ‘fascisme’ of ‘fake news’ worden vermeden. Over sociale media gaat het niet eens terloops, politieke duiding blijft achterwege, het conflict waar de hoofdpersonages overal de sporen van zien, blijft zelf ook een beetje troebel. Wie vecht nou precies tegen wie, waarom?

Dat blijft onduidelijk en dat werkt goed. Civil War gaat niet over ideologie of beleid, maar over de gevolgen daarvan. Zij aan zij met personages die een concreet doel voor ogen hebben en het geheel daarmee vaart geven: dat trekt de kijker het verminkte landschap door.

Sommige staten zijn vrijwel leeg, in andere gebieden onttrekken mensen zich aan elke vorm van strijd. En dan is er ineens weer dat overrompelende geweld. Twee bungelende, verminkte lichamen bij een afgelegen benzinepomp die wordt bewaakt door bewapende burgers; een schietpartij tussen gezichtsloze agenten en een groep rebellen; een gat in de grond dat door militairen met levenloze lichamen wordt gevuld. De schoten klinken hard, de toon is rauw – geen gelikte montages, geen heroïsche soundtrack.

Het draagt allemaal bij aan het indringende, zorgvuldige karakter van Civil War. De kijker wordt gedropt in een wereld die hij niet helemaal kan overzien, evenals de personages, die dicht op de huid worden gefilmd. Bewapend met hun camera’s trekken Ellie, wier gehardheid sterk wordt gespeeld door Kirsten Dunst, en Cailee door naar Washington D.C. Ze ontwikkelen geen traditionele mentor-leerlingverhouding, Garland mijdt sowieso elk spoor van klefheid of sentimentaliteit. Wel verschuift er iets in de dynamiek tussen de twee: eenmaal op pad wordt Cailee noodgedwongen vervreemdend snel volwassen, of in elk geval verhardt ze.

Wat houdt fotografie welbeschouwd in? Een moment vangen dat direct erna voorgoed verdwijnt. Iets vasthouden. Een mooie vondst in Civil War: hoe het beeld tussen al die scènes vol dreiging, tussen de schietpartijen en ellende, heel soms een seconde stilstaat en zwart-wit wordt. Zo krijgen we te zien wat Cailee en Ellie vastleggen, welke beelden er van hun tocht zullen resteren. Of hun foto’s maatschappelijk iets teweegbrengen blijft onduidelijk, het gaat alleen om de momenten zelf.    


Woensdag 24 april

MARISA ABELA ZEER GELOOFWAARDIG ALS AMY WINEHOUSE

       Regisseur Taylor-Johnson vertelt in de film 'Back to Black' het verhaal van een persoon, in plaats van een carrière. De bezoekers leren Amy Whinehouse kennen als gevoelig, liefdevol en iemand die alles over heeft voor de mensen van wie ze houdt (ten koste van zichzelf). Vanaf haar jaren als beginnend artiest tot het wereldwijde succes en meerdere Grammy-wins wordt Back to Black verteld vanuit haar eigen perspectief. Ook de hechte band met oma Cynthia (Lesley Manville), de minder hechte band met vader Mitch (Eddie Marsan) en de toxic knipperlichtrelatie met grote liefde Blake Fielder-Civil (Jack O’Connell) komen uitgebreid aan bod in de twee uur durende film die momenteel dagelijks te zien is in City-Cinema.
 
Zoals bekend, worstelde Amy gedurende haar carrière met middelenverslaving, eetproblemen en zelfsabotage, terwijl de Britse pers, die kennelijk geen lering heeft getrokken uit het levenseinde van Lady Di, haar constant stalkte. Geen luchtig vlotjes verteld verhaal dus, maar gezien vanuit Amy’s camerapositie absoluut een boeiende beleving.
Een van de vele redenen voor de controverse rondom de film is hoe de twee belangrijkste mannen in Amy’s leven uit de verf komen. Taylor-Johnson wilde het verhaal van de Britse zangeres verfilmen vanuit Amy’s oogpunt en zij zag volgens de regisseur alleen het goede in beide mannen, want ‘liefde maakt blind’. Taylor-Johnson heeft haar best gedaan om Amy’s verhaal te vertellen zonder hierbij vader Mitch of Blake als ‘schuldigen’ aan te wijzen. Hierin is ze goed geslaagd. Volgens diverse filmcritici veel te goed zelfs. Ze wekt nog net geen sympathie op voor de mannen. Mitch wordt vooral neergezet als de liefdevolle vader die zonder zichzelf op te dringen zijn dochter steunt in haar tomeloze zoektocht naar geluk. Blake heeft het ook zonder Amy zwaar te verduren met zijn eigen en haar alcoholverslaving. De slappeling laat Amy na verloop van tijd vallen als een baksteen en dat wordt bepaald niet verbloemd door de regisseur. Vraag blijft wat Amy ooit zag in deze minkukel zonder noemenswaardige geestelijke bagage. Liefde maakt blind, maar dat betekent niet dat de mannen en hun gedrag zo geromantiseerd hadden hoeven worden. De twee hebben als je de verhalen mag geloven een slechte en wellicht fatale invloed gehad op Amy, die volgens het journaille in de film te weinig of zelfs helemaal niet naar voren komt. Maar wie van hen is ooit ver genoeg in haar privéleven doorgedrongen om daar een gerechtvaardigd oordeel over te vellen? Die vraag kan geen der criticasters uit eigen ervaring beantwoorden.

 

Terecht focust Taylor-Johnson op Amy als persoon en niet zozeer op de bagger die op haar blijft afkomen. Uiteraard mag aan het geloofwaardige en sterke acteerwerk van Marisa Abela als Amy niet voorbij worden gegaan. Er schiet me geen actrice te binnen die dichter op Amy's huid had kunnen kruipen dan Marisa Abela. Haar uiterlijk, haar outfits en vooral haar stem. In alles is Marisa Amy.      

Dinsdag 23 april

OUD-KAMERLID URSIE LAMBRECHTS OVERLEDEN

In Uden is op 15 april Ursie Lambrechts overleden. Zij was met een korte onderbreking twaalf jaar Tweede Kamerlid voor D66. Daarvoor was zij Statenlid in Noord-Brabant en actief op het gebied van educatie en cultuur.
 
Als Kamerlid was Ursie Lambrechts onder meer woordvoerder op het gebied van onderwijs, jeugdbeleid, cultuur en asielbeleid. Zij maakte deel uit van de Tweede Kamercommissie die onderzoek deed naar het integratiebeleid. Na haar Kamerlidmaatschap vervulde zij diverse functies op het gebied van het onderwijs, zoals het lidmaatschap van de Onderwijsraad en voorzitter van een commissie die het passend onderwijs evalueerde.                

Dinsdag 23 april

DRIEDUBBEL KUNSTFEEST IN CULTUURHUIS BOVENDONK

          'Er stonden chips, er waren zoutjes'. Aan die gezongen woorden van Wim Kan moest ik afgelopen zaterdag denken in Cultuurhuis Bovendonk terwijl ik in alle rust genoot van mijn welkomstdrankje. Het cultuurhuis had dan ook alle reden om eens flink uit te pakken. Niet alleen werd er met een expositie stil gestaan bij '65 jaar kunsteducatie voor amateurs in Roosendaal', het cultuurhuis zelf vierde tegelijkertijd het eerste lustrum (sinds 2019 wordt hier onderdak geboden aan een groot aantal verenigingen) en dan is René Nieuwlaat ook nog eens dertig jaar als vrijwilliger aan de School voor de Kunsten (SVDK) verbonden. Dan mag er wel de nodige drank -en chips en zoutjes uiteraard- op tafel komen en dat gebeurde gelukkig ook.
 
De bezoekers -in ruime mate opgekomen- konden bij de ingang tot de gratis expositie a raison van 5 euro het rijkelijk met foto's gelardeerde jubileumboekje kopen. 'Kijk, jij staat er ook nog in', wees Nieuwlaat mij op een prent waarop ik met de vroegere directeur van de School voor Expressie (voorloper van de SVDK), Leon Arninkhof, in een geanimeerd gesprek ben verwikkeld. Er vielen mij twee dingen direct op: Ik had mijn oude weelderige haardos nog en ik zag duidelijk hoe Leon steeds meer op zijn broer Gerard (oud-nieuwslezer) begon te lijken. Dat gevoel werd nog eens versterkt toen ik hem kort na de officiele opening door wethouder Arwen van Gestel tegen het lijf liep. Met een verheugde oogopslag en een brede glimlach vernam hij dat ik het cartoon-tekenen kort geleden weer sporadisch heb opgepakt. Stef Broos, wiens schoonzus Tamara sinds enkele maanden tot mijn grote genoegen ook in de Marktstede woont, luisterde met de Stichting PuurSzang de opening muzikaal op. 'Pluk de dag' zongen de jonge nachtegalen op de melodie van 'Brand New Day' uit de musical 'The Wizard of OZ'. Hoewel de dames met beide benen op de grond bleven staan, klonk hun gezang magisch. Zonder ook maar een spoortje van Hocus-Pocus. Puur sang, op eigen kracht dus. Filmer Davy Matthijssen maakte in opdracht een film over de activiteiten in de School voor de Kunsten die vrijwel doorlopend werd vertoond op deze zaterdag de 20e april.
 
Wethouder Van Gestel, die uiteraard niet met lege handen was gekomen, moedigde de kunstzinnige zielen -zowel van het koor als de cursisten- aan om toch maar door te gaan op de ingeslagen weg. Hij is zelf kennelijk een fan van Berrie Stevens en Ramses Shaffy. Naast het bekijken van kunst stond de opening vooral in het teken van 'Ontmoetingen'. Ontmoetingen met kennissen die je (te lang) niet gezien hebt en bezoekers met enigszins bekende gezichten die toevallig je pad kruisten. Al met al bleef het nog lang gezellig en sfeervol in het Cultuurhuis Bovendonk. Natuurlijk maakten de docenten van deze brede ontmoeting gebruik om zoveel mogelijk zieltjes te winnen voor het uitgebreide kunstaanbod in de School voor de Kunsten die eind jaren vijftig is opgericht door kunstenaar en tekendocent Wim Schutz die vorig jaar op 101-jarige leeftijd is overleden.
 
FOTO LEO DE JAEGER: De School voor de Kunsten is een bron van creativiteit.                

Dinsdag 23 april

VERVANG BLAFFEN DOOR WAFFEN

Het geluid dat een gemiddelde hond voort brengt, klinkt ons in de oren als waf-waf. Waarom spreken we dan van blaffen en niet van waffen? En hoe vaak roep je niet naar je trouwe viervoeter als hij zijn bekkie weer eens op ongewenste wijze roert: Hou nou toch us effe je waffel.      

Maandag 22 april

BLOED, ZWEET EN TRANEN LEIDEN TOT 'THE PROMISED LAND'

       Een Deense ‘bastaard’ militair bewerkt eind achttiende eeuw woeste grond tot vruchtbare aarde. Het levert bloed, zweet en een akelige, psychotische vijand op, die zich ten onrechte koning waant van dit stukje grond. De echter koning zit echter constant laveloos in zijn paleis, ook letterlijk dom gehouden door zijn entourage. De gewezen kapitein mag van hen zijn gang gaan, niemand die gelooft in de heilzaamheid van diens missie. De film was zondagochtend te zien als Cinema Paradiso-film in City-Cinema. Op het plein voor de bioscoop waren historische automobielen samen gestroomd voor een gezamenlijk uitstapje en om zich te laten bekijken door de voorbijgangers. Letterlijk een leuk opstapje richting cinema.
 
In het Denemarken van 1755 is er veel mogelijk wanneer je uit een juiste stand afkomstig bent óf diepe zakken hebt. Kapitein Ludvig Kahlen (Mads Mikkelsen) heeft geen van beiden. Wel heeft hij een droom en oneindig veel doorzettingsvermogen. Deze als bastaard geboren oud-militair wil een onherbergzaam stuk Deens heidelandschap bewerken en er een akkerbouwgemeenschap oprichten. In naam van de koning en in ruil voor een titel en rijkdom. Wat hem drijft, wordt echter nergens duidelijk. Het lijkt een onmogelijke missie.
Aan Kahlen ligt het niet: hij verzamelt wat arbeiders rond zich en werkt onophoudelijk en onvermoeibaar door voor het succes dat eens zal komen. Tot zijn buurman, de omhooggevallen landeigenaar Frederik De Schinkel (Simon Bennebjerg), ontdekt dat enkele van hem weggevluchte arbeiders voor Kahlen werken. De Schinkel eist ‘zijn’ mensen, het land en eventuele opbrengsten op. Omdat Kahlen niet ingaat op vleierij, noch op vernedering of zelfs rechtstreekse agressie, draait De Schinkel langzaam door en wordt de ex-militair in steeds meer opzichten de kop van Jut in Jutland. 
 
Coscenarist en regisseur Nikolaj Arcel zet een degelijk historisch drama met uitermate wrede facetten neer, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van het Deense heidelandschap in Jutland. De weidse shots van weerbarstige gewassen, kurkdroge en dan weer besneeuwde aarde leveren stemmige, panoramische plaatjes op. Ze onderstrepen het desolate karakter van de solistische opbouwer met tegenwind, in een maatschappij die soms op chaos drijft. Het heeft bijna iets van een western.
 
Hoewel het verhaal, gebaseerd op Ida Jessens roman The Captain and Ann Barbara in zekere zin klassiek en soms voorspelbaar verloopt, zit de film goed in elkaar. Om te beginnen draagt Mikkelsen zijn rol met verve. Zoals vaker speelt hij een stille, markante figuur die nimmer het achterste van zijn tong toont. Kahlen zwijgt vaak wanneer hij wordt gekleineerd, een vrouw het hof probeert te maken of een moeilijke beslissing neemt over een aangewaaid weeskind. Toch maakt hij diepe emoties invoelbaar.
 
Wat dit drama ook boven het maaiveld uit laat springen, zijn de speldenprikjes humor. Zoals in die momenten dat de hysterische Frederik, die van origine Schinkel heet, maar er ‘De’ voor geplaatst heeft omdat zulks chiquer klinkt, dat stééds opnieuw moet herhalen. Daarnaast wordt er niet kinderachtig gedaan over scènes vol bijna onderkoelde wreedheid; die ogen geloofwaardig en hoorden ongetwijfeld bij die tijd, plek en situatie. Het is alleen jammer dat het slot van de film zo is afgeraffeld.      

Maandag 22 april

'MUSIC WAS FIRST AND LAST LOVE' VAN ROOSENDAALS GEMENGD KOOR

       Terwijl in de theaterfoyer van De Kring de maandelijkse gratis toegankelijke jazzsessie van Ton van de Geijn onder wederom overweldigende belangstelling vorm begon te krijgen, maakte een ander deel van de bezoekers zich zondagmiddag op voor het afscheidsconcert van het Roosendaals Gemengd Koor, toepasselijk getiteld 'The Last Farewell'. De kleine zaal was maar net groot genoeg om het aantal belangstellenden te herbergen. Er ging iets mysterieus vooraf aan dit muzikale afscheid. De website van het RGK lag er al weken uit (collega Henk de Ridder maakte daar ook melding van in zijn rubriek in BN/DeStem) en daardoor vroeg ik me af of het wel door zou gaan. Alsof er niets aan de hand was, maakten pianist Nadia Rutkovska en dirigent Simon de Paepe echter tot mijn grote opluchting hun opwachting om klokslag 15.00 uur onder het toeziend oog van het koor dat al eerder zitting had genomen op het podium. Voorzitter Pascal Mortiers sprak nog een woordje ter inleiding en daarna ging het concert van start met 'Ave Verum Corpus' van Mozart, gevolgd door Contique de Jean Racine' van Fauré. Via composities van onder anderen Mikis Theodorakis, Charles Debussy, Andrew Loyd Webber en het 'Slavenkoor' van Giuseppe Verdi kwam het einde langzaam zonder pauze in zicht. Na 'Music was my first love' van John Miles, afgewisseld met een korte reprise van het 'Slavenkoor' behoort het RGK toch echt tot de historie. 'Echt het eind van een tijdperk', verzuchtte een bezoeker bij het verlaten van de kleine zaal. Dat einde was volgens voorzitter Mortiers vanwege gebrek aan jeugdige aanwas uiteindelijk toch onvermijdelijk. Wijselijk werd besloten er een punt achter te zetten nu het muzikaal nog verantwoord was. In de hal konden de aanwezigen nog even onder het genot van een drankje herinneringen ophalen uit de rijke historie van het koor. Heel sfeervol en ingetogen was het afscheid, dat wel, maar ik betreurde het dat het RGK geen beroep had gedaan op solistische ondersteuning van eigen bodem. Met Stef Broos en Martine van de Kar voor de microfoon zou 'Music was my first love' aan kracht hebben gewonnen. Het gezegde 'verkeerde tijd, verkeerde plaats' ging voor de helft op. Met de tijd was niets mis, maar eigenlijk had de jazzsessie van Ton van de Geijn in de kleine zaal moeten staan, en het Roosendaals Gemengd Koor in de grote zaal. In de theaterfoyer was dan alle ruimte geweest voor een gezellige muzikale nazit. Evenwicht in de programmering is ook qua logistiek essentieel voor een geslaagde middag.
 

 

FOTO LEO DE JAEGER - Het Roosendaals Gemengd koor serveerde zondagmiddag het laatste muzikale avondmaal in de kleine zaal van De Kring.      

Maandag 22 april

DE WIEG VAN ARMAND STOND IN ROOSENDAAL

       In Het Top 40 Hitdossier staat MaxMagazine deze week even stil bij zanger Armand en dan met name bij zijn eerste grote hit 'Ben ik te min'. Herman van Loenhout, zoals zijn echte naam luidde, is weliswaar getogen in Eindhoven, maar zijn wieg stond toch echt in Roosendaal. Reeds op 1-jarige leeftijd verkaste hij echter met zijn familie naar de lichtstad en maakte daar ook furore. Als tiener op zoek naar levensgeluk kwam hij regelmatig naar de Roosendaalse Damstraat -het uitgaansgebied in de jaren zestig- en daar liep hij op een zwoele zomeravond de bevallige Marijke de Bot tegen het lijf.
 
Hij leerde de harde zijde van het leven kennen toen bleek dat vader De Bot hem inderdaad te min achtte voor zijn dochter. Einde verhaal dus, zou je verwachten. Dus niet. Armand zette zijn liefdesverdriet om in klinkklare muzikale munt en putte daar voldoende inspiratie uit om de hitwegen langdurig te bewandelen. Toen in 2007 het popfestival Blommenkinders in Roosendaal op de kalender werd gezet, was er in de ogen van de organisatie maar één artiest die in aanmerking kwam om als openingsact te fungeren: de naamgever, Armand dus die met 'Blommenkinders' (doe die stiletto's weg) zijn tweede grote hit scoorde. Voor mij was dat in journalistieke zin aanleiding om nog eens in de geschiedenis van 'Herman en Marijke' te duiken. Ik heb daarover nog mailcontact gehad met Armand zelf, maar hij wenste onder geen beding oude Roosendaalse koeien uit de sloot te halen. 'Allemaal Zo lang geleden, ik heb ook nog een liedje gemaakt over Toos uit Rucphen, maar daar hoor je nooit iemand over', 'klonk' het verzuchtend uit Eindhoven. Marijke's broer Kees, die ook wordt genoemd in 'Ben ik te Min', dacht er ook zo over, maar voor mij betekende dat allesbehalve einde verhaal. Ik sprak onder anderen enkele vrouwen die als meisje bij Marijke in de klas hadden gezeten, en ze konden zich nog goed herinneren hoe stoer Armand zich gedroeg als hij de aandacht op zich gevestigd wist. Hij schroomde niet om zijn bolide op de stoep van de Molenstraat te parkeren. Wie deed hem wat? Als hij maar de blits kon maken en dat deed hij met niet aflatende ijver. Toen hij de dag des oordeels het podium op het Tongerloplein beklom om 'Blommenkinders' met zijn protestrepertoire officieel te openen, kon hij het toch niet laten om nog even op 'De Kwestie' terug te komen. 'Het is mij niet ontgaan dat de geschiedenis van Marijke en mij weer stevig is opgerakeld in Roosendaal en dat heb ik allemaal te danken aan journalist........Ja, u begrijpt het wel.
 
De organisatie van 'Blommenkinders' zou zich dit optreden nog lang heugen. Na ruim een uur zijn revolutierepertoire vol vuur te hebben vertolkt, was het tijd om ruimte maken voor de volgende artiest. Armand had het echter zo naar zijn zin dat hij het verdomde om op te houden. 'Sodemieter onmiddellijk van dat podium af', sommeerde hij presentator Gabrina Kikkert op niet mis te verstane wijze toen deze aanstalten maakte om Armand naar de coulissen te dirigeren. Vader Piet Kikkert, tevens bestuurslid van Blommenkinders, liet vervolgens zijn gezag gelden en loodste Armand behoedzaam richting Jack's Casino, die ingeruimd was als tijdelijke kleedkamer. Het jaar daarop was de organisatie zo verstandig om Armand niet als eerste- maar als laatste artiest te programmeren. De zanger ging door tot in de kleine uurtjes, maar daar maalde niemand om.      

Maandag 22 april

IS DOORWERKEN TOT DE AOW ALTIJD WEL VERANTWOORD?

       Dat is de kwestie die BN/DeStem deze week aan zijn lezers voorlegt. Hoe kort of lang is een werkzaam leven verantwoord?, een vraag die niet zo gemakkelijk te beantwoorden is, omdat niemand dezelfde werkervaring opdoet. Sommigen moeten er niet aan denken om gedwongen te stoppen met werken, terwijl anderen snakken naar de dag dat ze hun 67e verjaardag bereiken, zijnde de AOW-gerechtigde leeftijd. Nu ik zelf deze leeftijd tot enkele weken ben genaderd, was ik graag de uitdaging aangegaan om mijn werkzame leven af te sluiten als burgemeester van Roosendaal. 'Helaas, u hebt uw leeftijd tegen', zo kreeg ik namens de Commissaris der Koning te horen uit Den Bosch. Een burgemeester is wettelijk verplicht om zijn functie op 70-jarige leeftijd neer te leggen, en het is dus logisch dat de Provincie mijn sollicitatie niet in behandeling heeft genomen. De functie is inmiddels ingevuld, maar dat heeft mij er niet van weerhouden om een klacht aanhangig te maken bij het College van de Rechten van de Mens, wegens ongepaste- en onnodige leeftijdsdiscriminatie. Ben benieuwd wat daar uit rolt.
 
Veel zestig plussers ervaren dat het werk hen met het klimmen der jaren te zwaar wordt en dat ze daarom graag beduidend eerder met pensioen willen gaan. Het kabinet Rutte ziet dat echter anders. De AOW-leeftijd is nu 67 jaar en wordt vanaf 2028 verhoogd naar 67 jaar en 3 maanden. Geert Wilders wil daar niets van weten en ziet de pensioengerechtigde leeftijd liever teruggebracht naar 65 jaar, oftewel terug naar dit deel van de goede oude tijd. Het is maar de vraag of de PVV, de partij van Wilders, dit ooit weet om te zetten in kabinetsbeleid, nu het er steeds meer naar uitziet dat deze kabinetsformatie een heilloze weg is. Het bevreemdt mij overigens dat zestig-plussers nog steeds en masse zware lichamelijke arbeid verrichten. Op die leeftijd moet je het toch minstens tot supervisor of manager hebben geschopt, waardoor je alleen maar hoeft toe te zien hoe die arbeid door jongere generaties wordt verricht. Maar uiteraard blijft de vraag overeind hoe om te gaan met werknemers die aangeven te vrezen dat ze het einde van de geplande rit niet zullen halen. Ook voor de oplossing van dit probleem moeten we teruggrijpen op het verleden toen het nog heel legitiem was dat werknemers op hun pakweg 58e met de VUT konden gaan. Die regeling heeft veel ellende weten te voorkomen en het moet toch niet al te lastig zijn om die regeling in ere te herstellen, al liep het toen soms wel de spuigaten uit. Een luchtmachtofficier die op zijn 49-e verjaardag mocht afzwaaien, ja, dat kan natuurlijk niet meer. Een VUT-regeling voor iedereen die duidelijk kan motiveren waarom het hem of haar te zwaar dreigt te worden of al is, met ingang van bij voorbeeld 62 jaar is toch iets waarover te praten moet zijn door werkgevers, werknemers en landelijke overheid. Daarnaast moet de regering pas op de plaats maken. 67 jaar is echt het eindstation qua werkzaam leven. Daarna moeten mensen in staat worden gesteld om zoveel mogelijk leuke dingen te doen, zoals Johan Derksen zijn generatie ooit voorhield tijdens een van zijn 'Oude Artiesten'-tournees. Die genoten op het podium volop van hun tweede jeugd!
 

 

FOTO-ARCHIEF JAAP PLEIJ - Onder wethouder Kees Jongmans (2e van links) werd Roosendaal OuderenProof gemaakt.      

Vrijdag 19 april

3 WEESGEGROETJES WORDT VESTZAKTHEATER VAN DE KRING

De Ierse zanger Sean Cannon wist zoveel jaar na zijn eenmalige optreden in voormalig café De 3 Weesgegroetjes het interieur nog precies te omschrijven. 'O yeah. The Drie Weesgegroetjes in Roosendael. I remember Jezus in the old bed. And Maria, i think, she was also there.. It was un unforgettable experience', zo klonk hij uitermate enthousiast in mijn eveneens toenmalige cultuurprogramma Spotlight op Radio Stad FM (later overgegaan in Zuid-West-TV).
 
Als Sean Cannon nog eens een keer naar Roosendaal komt, zal hij merken dat het interieur sindsdien volledig intact is gebleven. Sinds 1985 is er werkelijk niets veranderd in de achterkamer van dat eens zo sfeervolle, kleine cafe aan de Haven (nou ja, met een beetje fantasie denkend aan De Vliet dan). Toch krijgt De 3 W binnenkort een geheel ander karakter. Vroeger waren er hier naast het soloconcert van genoemde Sean Cannon al cabaretvoorstellingen te beleven van onder anderen Frank van Pamelen en Hans Teeuwen in aangepaste vorm. Zo was de trap speciaal voor Teeuwen ingericht als een minipodium, waardoor hij letterlijk van alle kanten te aanschouwen viel. Directeur/bestuurder Jan-Hein Sloesen van De Kring heeft zijn oog op het theatercafé laten vallen met als doel het geschikt te maken om dienst te doen als vestzaktheater. De kleine zaal van De Kring is in zijn ogen soms veel te groot voor een bepaalde categorie artiesten. Zeker wanneer de tribune wordt uitgevouwen. Dan kunnen er 220 bezoekers in, een aantal dat lang niet altijd wordt gehaald. Door een entourage met tafeltjes en stoelen arrangeren, valt het gevoel van leegheid echter ruimschoots te compenseren in de kleine zaal. Maar natuurlijk is er helemaal niets tegen een theatervoorziening in de Molenstraat.
 
De voormalige galerie in De Kring werd in een recent verleden gebruikt voor kleinschalige voorstellingen, onder meer DrieMaalPlankenkoorts was hier een van de vaste bespelers met improvisatietheater. Die ruimte is later verhuurd aan Tiuri die daar nog steeds gehuisvest is. Omdat De Kring als gesubsidieerde instelling geen café kan overnemen, stapt De Kring via restaurant Over de Tong in dit nieuwe cultuuravontuur. In het restaurant kun je echter niet met contant geld betalen. Ik ben benieuwd of dat straks bij De 3 W nieuwe stijl wel mogelijk is. In cafés is contant betaling nog steeds gebruikelijk, ik kan me niet voorstellen dat cultuurcafe De 3 W op dat gebied uit de toon wil vallen. Een programma is nog niet samengesteld. Daarom riep Jan-Hein via BN/DeStem een ieder die met plannen rondloopt voor een voorstelling op zich te melden bij De Kring, dat kan via info@dekringroosendaal.nl. Daarbij wordt onder meer gedacht aan stand-up-comedy en kleinschalige familievoorstellingen. Wellicht kan Sloesen de Ierse zanger Sean Cannon uitnodigen voor een openingsconcert in De 3 W nieuwe stijl. Dat zou zoveel jaar na dato een wel zeer goed en passend begin zijn. Cannon is inmiddels de tachtig gepasseerd, maar als enige ex-Dubliner nog muzikaal actief. Nadat The Dubliners er in in 2012 officieel een punt achter zette, formeerde Cannon een nieuwe band, genaamd The Dublin Legends. Daar treedt hij nog steeds mee op. Dit seizoen nog maakte de groep deel uit van het reguliere programma in De Maagd in Bergen op Zoom. Een tweede concert van The Dublin Legends in de kleine zaal valt ook te overwegen. Daar komen ongetwijfeld zeker 220 muziekliefhebbers op af. Als de belangstelling toch wat tegenvalt, is daar altijd nog het alternatief van de tafeltjes en stoelen.
 

 

FOTO: Het zou geweldig zijn om Sean Cannon nog eens 'Song for Ireland' te horen zingen in cultuurcafé De 3 W.         

Vrijdag 19 april

"RELNICHT" STAAT GEWOON IN HET WOORDENBOEK

Ik zag laatst bij toeval nog eens het stukje over Maarten van Rossem op internet toen hij in een radiointerview hard op de vingers werd getikt door presentatrice Mischa Blok omdat hij het waagde het woord 'relnicht' in de mond te nemen in verband met de overleden Willem Oltmans. 'Dat woord, meneer Van Rossem, dat kan nu toch echt niet meer', smaalde Blok. Van Rossem reageerde verbaasd: 'Hoezo dat? Relnicht is een normaal Nederlands woord, het staat zelfs gewoon in het woordenboek', kaatste Van Rossem keihard terug. En de wijze tegendraadse professor-emeritus had weer eens het gelijk aan zijn zijde. 'relnicht is iemand die verzot is op rellen en drama's. Het woord is een samentrekking van opstootje (rel) en homoseksueel (nicht)', aldus het woordenboek. Was Van Rossem toch weer eens 'de slimste mens'. Maar waar de oorsprong van dit woord ligt en waarom voor de aanduiding 'nicht' is gekozen, is niet duidelijk. Waarom voorziet de Nederlandse taal niet in varianten, zoals het woord 'relneef' (had dan bij het weglopen van Geert Wilders uit de formatiebesprekingen gebruikt kunnen worden). Of wanneer de situatie zich daarvoor leent voor reloom, reltante of beter nog rel/homosapiens (universeel bruikbaar). Daar moeten de woordenboeksamenstellers toch eens over nadenken. Is Mischa Blok ook weer gelukkig. Is zij eigenlijk wel eens in 'De Slimste Mens' geweest?      


Donderdag 18 april

MARTIN VAN WAARDENBERG EN LENY BREEDERVELD ZETTEN EEN GELOOFWAARDIG LIEFDESKOPPEL NEER IN "DE TERUGREIS"

       De Terugreis is een vriendelijke roadmovie over twee senioren, Jaap en Maartje, die het reizen herontdekken, zich verbazen over een veranderende wereld en bovenal elkaar hervinden. Een goeiige laagvlieger die met twee doorgewinterde hoofdrolspelers best in de lucht blijft. Martin van Waardenberg, altijd goed als knorrepot en oer-Rotterdammer, heeft leuke momenten als nijdige pensionado die tegen zijn zin, en het rijden verleerd, achter het stuur kruipt. Maartje wil per se nog een keer terug naar die plekken waar ze mooie herinneringen aan bewaart. Jaap laat zich overhalen en zet koers richting Spanje. Mooier nog is Leny Breederveld die met zacht enthousiasme wildvreemden omhelst, en dan weer verandert in een bokkige, bange vrouw.
 
Het wordt Jaap steeds duidelijker hoe verward zijn echtgenote is. Worstelend met de benzinepomp in den vreemde, met allerlei vreemde opschriften in het Frans, slaat de paniek toe bij Jaap. Maar het wordt nog erger als de oude 'schicht' volkomen uitgeput dienst weigert in een klein Frans plaatsje. Via een plaatselijke dealer weten ze een huurauto te regelen. Maar ja, Jaap heeft nooit eerder in een automaat gereden. Dat brengt de garagehouder tot waanzin, zeker als Jaap er ongecontroleerd van door schiet en bijna een ongeluk veroorzaakt. Toch krijgen ze de auto mee, en zowaar ze bereiken het einddoel: het landgoed in Spanje waar ze zoveel mooie vakanties hebben doorgebracht. De uitbater met wie Jaap goed overweg kon, is inmiddels overleden. Dochterlief onthaalt het oudere echtpaar na van de schrik van de omhelzing door Maartje bekomen te zijn, gastvrij en liefdevol, ze organiseert zelfs een groot (familie)feest ter ere van hun terugkeer na zo'n lange periode van stilte. Hoe de terugreis naar Nederland verloopt, blijft voor de kijker verborgen en dat schept ruimte voor een eventueel deel 2. 'De Terugreis' is in de maand mei een aantal keren te zien in het Cinema Paradisoprogramma van City-Cinema.
.
Jaap en Maartje zeggen lang niet altijd wat ze echt denken, maar toch snap je precies hoe ze in elkaar steken. Hij nukkig, zij wat losser. Het ene moment jagen ze elkaar op de kast, even later halen ze samen een gekke streek uit. Slim en charmant schrijfwerk van scenarist Marijn de Wit, die geen lange dialogen nodig heeft om een levensecht liefdeskoppel neer te zetten. Leny Breederveld en Martin van Waardenburg maken daar dankbaar gebruik van, met een piekfijne mix van drama en pure lol..      

Dinsdag 16 april

IS ER EERDER SPRAKE VAN EEN VOLTOOID LEVEN WANNEER HIJ OF ZIJ OF HEN GEEN KINDEREN HEEFT?

Het is een vreemde gewaarwording -vreemd eerder dan pijnlijk- om plotseling, zonder waarschuwing eigenlijk zonder dat je het zag aankomen, te beseffen dat je leven voorbij is. Je bent er nog, in een toestand van al dan niet ernstige neergang, je klampt je vast, je geestelijke vermogens zijn intact, maar passen niet meer bij de mode van de dag. Je bent onbruikbaar geworden, je bent plots een vreemdeling binnen het culturele leven waarin je eens de voorganger was, maar dat je in zijn huidige manifestaties niet meer verwondt of choqueert, integendeel, alles lijkt leeg en futiel'.
 
Dat schreef Robert de Montesquiou (1855-1921) in zijn memoires. Hij was toen vijfenzestig. Het gevoel van een 'voltooid leven' is dus niet iets waar ouderen recentelijk last van beginnen te krijgen. Montesquiou was kinderloos. waarschijnlijk heeft dat in niet geringe mate bijgedragen aan zijn gevoel van leegheid. Een mensenleven draait om welzijn, gezond zijn en onder anderen zijn. Die samenhang is het sterkst tussen ouders/opvoeders en kinderen. Het gevaar van tergende leegte dreigt dus eerder bij mensen die kinderloos door het leven zijn gegaan en nog gaan. De laatste jaren kom ik regelmatig in zorginstellingen en ik hoor dan vaak van bewoners dat (klein)kinderen een belangrijke reden zijn om nog even door te gaan met ademhalen. Toch, ook als er nog wel nazaten zijn, is het leven niet bepaald rimpelloos. Ze wonen lang niet altijd in de buurt. En hoeveel ouders zijn er niet gebrouilleerd geraakt met hun kinderen, met als gevolg dat ze hun kleinkinderen ook niet meer (mogen) zien? Op oudere leeftijd is het dagelijks bestaan niet zelden verworden tot een worsteling. Hoe langer je leeft, hoe groter de kans op een depressie (zie mijn artikel over dr. Swaab). Goed zien en horen kan problematisch woirden, en het bijbenen van maatschappelijke ontwikkelingen levert steeds vaker problemen op. Eerst moet je een cursus volgen om via het computerscherm je administratie bij te houden en je rekeningen te betalen, en dan weer een vervolgcursus volgen omdat het dan ineens met een app moet. Dat lukt pas met hulp van een schrandere kleinzoon of kleindochter. Die er dus niet vanzelfsprekend zijn. In zorginstellingen hebben de medewerkers vaak geen tijd om zich met dat aspect van het menselijk bestaan bezig te houden. Alle wegen leiden niet alleen naar Rome maar ook naar de dood. Het laatste stukje van die weg verloopt met horten en stoten en soms met versperringen. Kalm en dankbaar voor het leven dat je mocht leiden inslapen, die laatste stap zou menigeen (en niet alleen ouderen) graag zetten. De overheid worstelt echter nog steeds met de vraag hoe dit op zachte- en gepaste wijze dient te geschieden. Een pil 'gewoon' uit de schappen van Jumbo of AH halen, wordt terecht nooit realiteit. Pia Dijkstra deed als Tweede Kamerlid van D66 een dappere poging om een regeling te bedenken voor vrijwillige euthanasie, maar als minister van Volksgezondheid doet ze er vooralsnog het zwijgen toe. Van het nieuwe kabinet, als dat er ooit komt, hoeven we op dit gebied niets te verwachten. Euthanasie is zelfs geen gespreksonderwerp bij de kabinetsformatie. Op dit moment staat een groepje mensen terecht voor hulp bij zelfdoding. Ze gebruikten daarvoor ongeoorloofde middelen. Maar welke middelen komen voor 'mensen met een voltooid leven' dan wel wettig binnen bereik? Te triest voor woorden dat de samenleving daar nog steeds geen antwoord op gevonden heeft!                

Dinsdag 16 april

HOE GA JE ALS SAMENLEVING OM MET DEPRESSIEVE PERSONEN?

       Een groot nadeel van oud(er) worden, is dat steeds meer dierbaren je ontvallen. Zoals bekend ben ik momenteel mijn archief aan het opschonen en dan kom ik op foto's veel mensen tegen die er niet meer zijn. Familie, vrienden, kennissen, het loopt allemaal door elkaar heen. Mijn meest recente sterfgevallen even op een rijtje gezet: twee van hen zijn onlangs in de steek gelaten door een hart dat zomaar van het een op het andere moment op hield met slaan, een ander verloor de strijd tegen kanker, en één persoon hield het verrassend zelf voor gezien. De laatste die enkele weken terug aan een ziekte die snel toesloeg overleed, was mijn laatste tante, de enige zus van mijn vader.
 
Bij degene die vrijwillig uit het leven stapte en die nooit eerder een teken van depressiviteit had gegeven, zijn uiteraard vraagtekens te plaatsen. De mens is geneigd de godsgruwelijke waanzin die in het menselijk brein kan ontstaan, te onderschatten. Velen weigeren zelfs als wanneer er wel tekenen zijn dat hardnekkig onder ogen te zien. We beseffen niet dat de hersenen uit meerdere verdiepingen bestaan, variérend van de gezellige huiskamer van ons brein tot de donkere kelder die daar slechts enkele trappen van is verwijderd. Ooit interviewde ik eens een man voor de krant die duidelijk onderweg was naar die kelder. Hij stond bij wijze van spreken niet met de rug maar met de veel te dikke buik vlak voor die muur. Er was dus nog een sprankje hoop dat hij die trap toch weer zou beklimmen. Wellicht tegen beter weten in. Ik hoopte maar dat zijn vrouw en zoon voor hem toch voldoende redenen waren om toch nog een poosje te blijven. Echter, ik had zo mijn twijfels. Die man heb ik nooit meer terug gezien. Maar ik voel me toch geroepen om een ieder te waarschuwen dat depresssies te ernstig (kunnen) zijn om te bagatelliseren. Neurobioloog Dick Swaab stelde in zijn boek 'Ons creatieve brein - wij zijn ons brein' dat het leven geen zin heeft. 'Ik realiseer me dat het allemaal voor niks is. De enigen die beseffen dat het leven geen zin heeft, zijn depressieve patienten. Je moet in ieder geval iets interessants (waarover de meningen kunnen verschillen, JP) te doen hebben dat je de illusie van zin geeft. Daar gaat het om. Zolang je niet depressief bent, kun je die illusie hebben. Als ik mijn srtudenten uitleg dat de vrije wil een illusie is, heb ik nog steeds het idee dat ik alles goed heb overdacht dat ik zelf mijn woorden kies. Maar ik weet dat het onzin is', zei Swaab later daarover in een interview.      

Dinsdag 16 april

VOETBALLER BERND HÖLZENBEIN (78) OVERLEDEN

De Duitse oud-voetballer Bernd Hölzenbein is op 78-jarige leeftijd overleden. Dat heeft zijn club Eintracht Frankfurt bekendgemaakt. De 40-voudig international (vijf doelpunten) was al geruime tijd ziek. Hölzenbein speelde tussen 1967 en 1981 420 competitiewedstrijden voor Eintracht Frankfurt (160 doelpunten), maar in Nederland kennen we de buitenspeler vooral van de strafschop die hij kreeg in de WK-finale van 1974 in eigen land. Of beter: versierde, in de ogen van voetbalminnend Nederland.
 
Oranje leidde in München tegen West-Duitsland dankzij een strafschop van Johan Neeskens in de beginfase met 1-0, toen in de 24ste minuut Hölzenbein het Nederlandse strafschopgebied binnendenderde en over het uitgestoken been van Wim Jansen viel.
De Nederlandse middenvelder beweerde zijn tegenstander niet geraakt te hebben, maar de Engelse scheidsrechter Jack Taylor wees onverbiddelijk naar de stip, vanwaar Paul Breitner de gelijkmaker produceerde. Nog voor rust maakte Gerd Müller de winnende 2-1 voor het organiserende land.       

Dinsdag 16 april

PIANIST HARRY HAPPEL SPECIALE GAST BIJ JAZZSESSIE

De vaste bezoekers kijken er al lang naar uit. Maar zondag 21 april kunnen ze in de foyer van De Kring vanaf 14.30 uur weer terecht voor de volgende jazzsessie onder leiding van saxofonist en muziekdocent Ton van de Geijn. De toegang is zoals altijd gratis. De drankjes uiteraard niet. Die kunnen echter niet met contant geld worden afgerekend. Denk daar aan! Speciale gast is deze keer pianist Harry Happel. Ook is er een optreden gepland van de Roosendaalse Ukelelegroep Uke-A-Likes. Komt dat horen! De vaste muzikale gasten maken eveneens hun opwachting in deze jazzsessie.  


Maandag 15 april

"CINDERELLA" VAN AD STOFMEEL IS HEEL ERG CHIL

Onder grote belangstelling is zondagmiddag het door voorzitter Ad Stofmeel geschreven toneelstuk 'Hoe Assepoester Cinderella werd' in première gegaan. De beschikbare stoelen in Cultuurhuis Bovendonk. waren nagenoeg allemaal bezet door een overwegend jong publiek dat hartstochtelijk meeleefde met Ads bewerking van dit klassieke sprookje. De originele verhaallijn heeft hij grotendeels vastgehouden, uiteraard heeft Ad er wel zijn creatieve geest op losgelaten. In een smaakvol rood kostuum gestoken vertolkte hij zelf de rol van de goede fee die Assepoester met gepaste toverkracht op weg hielp naar een beter leven.
 
Allereerst moesten Assepoesters boze stiefmoeder (kostelijk en pittig vertolkt door Dympna van Croonenberg) en haar twee valse dochters Hamerteen (Maricoline Vermeulen - leuk talent waar we ongetwijfeld nog veel van zullen horen) en Kwallaria (Caitlin van Osch - net zo trefzeker als in 'De Gelaarsde Kat) even flink op hun plaats en nummer worden gezet. Maar dat is goede fee Ad wel toevertrouwd. De moraal van het verhaal: Wat u niet wil dat u geschiedt, doe dat dan ook een ander niet. Ad kon dat niet vaak genoeg benadrukken. Ook richting jong publiek in de zaal. Men zegt wel eens mijn leven is een open boek. In dit geval letterlijk. Ineke Stofmeel en Cees Jongeneelen betraden als eersten het toneel om als stilzwijgende kamerheren de pagina's van het gigantisch grote Sprookjesboek met tussenpozen om te slaan.
In het verleden zat ik bij dit soort gelegenheden meestal naast Herbert Mouwen, de acteur, regisseur en recensent van BN/DeStem die ons helaas enkele maanden geleden ontvallen is. Dat spookte ongemerkt de hele voorstelling door mijn hoofd: wat zou Herbert over deze voorstelling hebben geschreven? We zullen het helaas nooit weten. Nu nam Ad van de Kieboom uit Terheijden, die net als Herbert regelmatig producties van het Roosendaals Toneel heeft geregisseerd, plaats naast mijn hoekplaats op de eerste rij en hij had het maar wat druk met het maken van foto's. Het is 'not done' om naar het oordeel van een regisseur over de regie van een andere regisseur (in dit geval (Eric Borghouts) te informeren, dat liet ik dus wijselijk achterwege.
 
Assepoester werd op zeer verfrissende wijze vertolkt door Lisanne Jongeneelen, het toneeltalent zit bij de Jongeneelens duidelijk in de familie, want naast Cees heeft ook Rini Jongeneelen een rol (hulpfee) in deze productie. Rini maakte samen met zijn metgezel Frank van der Graaf weer een juweeltje van deze feeërijke ondersteuning. In het land der feeën wordt kennelijk een sterk onderscheid gemaakte tussen de beleidsmatige- en uitvoerende taken, want de goede Fee liet al het zware werk, zoals het voort trekken van de koets (die zo weggereden lijkt uit de 'Gelaarsde Kat) aan zijn zware jongens over. Het sprookje schrijft voor dat ook een prins zijn opwachting maakt. Dat was een kolfje naar de hand van Gertjan Aalpoel als prins Julius (die veel weg heeft van zijn ambtgenoot van Monaco) die tevergeefs probeerde Assepoester het hof te maken. Zij was hem echter voor. Auteur Stofmeel schuwt het emancipatie-aspect niet. En terecht. Wat kan er voor een prins heerlijker zijn dan door zo'n knappe Assepoester ten huwelijk te worden gevraagd, nadat gebleken was dat haar verloren muiltje op het prinselijk bal perfect paste? het antwoord laat zich dan ook raden. Assepoester wilde maar wat graag CHILLEN met haar kersverse verovering, en hij niet minder. Instagram speelde daar ook een rol bij. 'De nieuwe tijd net wat u zegt', zou Wim Sonneveld hebben opgemerkt.
 
Hoe zou dat rond de eeuw-wisseling tussen Willem-Alexander en Maxima zijn gegaan?, vroeg ik me op dat moment in gerede af. Zou zij hem a la Matthijs van Nieuwkerk op de knieën hebben gedwongen? Het wachten is wellicht op zijn loslippigheid in de volgende pot-cast met zijne Majesteit. Niet onvernoemd mag ook Connie Jongeneelen - Godschalk blijven als doortastende lakei van de koning. Zij leidde hem met perfecte timing naar hun toekomstig lang en gelukkig leven. Het sprookje is deels musical, op bescheiden wijze zijn er enkele liedjes in het verhaal verweven. Dat had ik bij het Roosendaals Toneel nooit eerder ervaren. Rest natuurlijk nog de vraag hoe Assepoester uiteindelijk Cinderella werd? Dat kunnen belangstellenden zelf ondervinden, want het sprookje wordt nog een aantal keren opgevoerd in de regio. Na afloop konden de bezoekers op de foto met alle acteurs. Ze poseerden gewillig voor de vele selfies.
 

 

Het ruim een uur durende sprookje is nog te zien op zondag 23 juni in Het Openluchttheater Nispen waar het publiek welkom wordt geheten door Mariska Wagemakers (14.30 uur), op woensdag 10 juli in de Tuin van de Kring als onderdeel van de Zomerserie (13.30 en 15.45 uur), en op zondag 21 juli in Fort Sabina, gelegen in de periferie van Steenbergen en Dinteloord (14.30 uur). Kaarten zijn nu al te bestellen via www.roosendaalstoneel.nl, en voor de laatste voorstelling www.fortsabina.nl     

Maandag 15 april

DE FRIESE TAAL - EEN ZAAK VOOR HET RIJK OF VOOR FRIESLAND?

Johan Derksen heeft nogal wat opschudding veroorzaakt met zijn opmerking over de Fries en Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop die in zijn ogen geen echte Fries is omdat zijn wieg in een heel ander werelddeel heeft gestaan. 'Hij is toch geen Fries. Ik ben ook geen Surinamer'. Dat flapte er uit voordat hij er zelf erg in had, zo verontschuldigde Derksen zich in Vandaag Inside. Alles wat een rubriek of column in de media heeft, viel vervolgens over 'de snor' heen, en de flapuit kreeg zelfs een aanklacht wegens racisme aan zijn broek. Door alle commotie raakte het punt dat hij wilde maken geheel ondergesneeuwd. Is behoud en promotie van de Friese taal een aangelegenheid van het Rijk, waar Habtamu de Hoop zijn hoop op heeft gevestigd, of is dit een puur provinciale aangelegenheid. Derksens oordeel is duidelijk. Hij is van mening dat Friesland daar zelf voor moet opdraaien. Dat is toch wel een heel andere discussie.              

Zondag 14 april

VAN DUIN & DE JONGE, VAN ACHTERBANK NAAR PODIUM?

          Het heeft even geduurd, maar afgelopen zondag heb ik dan eindelijk de aflevering van 'Bij van Duin op de Achterbank' met Freek de Jonge teruggezien. Twee grotere tegenpolen zijn nauwelijks denkbaar. Toch passen ze uitstekend bij elkaar. In een geanimeerd gesprek laten ze en passant fragmenten uit shows van Toon Hermans, Danny Kaye (heeft wel wat weg van André zoals hij nu is), Herman Finkers, Michiel Romeyn, Eric Koller en Meneer Wijdbeens (laatste komische creatie van André) de revue passeren. Zelden zal een autoritje door de stad Groningen (met Freek in een dubbelrol achter het stuur) zo leuk en ontspannend zijn verlopen. Het was net 'Bomans en Sonneveld achter de piano', maar dan een klein tikkeltje anders. Ik ben benieuwd of er inmiddels plannen bestaan om dit concept te verplaatsen van de achterbank naar het theaterpodium. Twee van de allergrootste theaterfenomenen in één show gevuld met fragmenten, (live gezongen) liedjes en onderhoudende, verbindende gesprekjes. Menig theaterliefhebber zou die combinatie graag eens willen ervaren. Zeker als ze ook nog eens vragen mogen stellen aan het gelegenheidsduo. Van Duin is inmiddels 77 en de Jonge 80, ruim 150 jaar theaterervaring levert gebundeld ongetwijfeld een prachtige voorstelling op. Volle zalen verzekerd.
 'VAN DE ACHTERBANK NAAR HET PODIUM". Ik kijk er naar uit.                

Zondag 14 april

TIM KNOL IS EEN AANGENAME PERFORMER GEWORDEN

       Het is al weer een paar seizoenen geleden dat ik Tim Knol aan het werk zag in de kleine zaal van De Kring. Zaterdagavond kreeg ik de kans op een hernieuwde kennismaking en die greep ik uiteraard met beide handen aan. Ik herinnerde me de Tim van toen als een wat verlegen jongen die zijn goed ontwikkelde zangkunst het zware werk liet doen. En dat is uiteindelijk waar het om gaat in de muzikant. Maar een muzikant is ook een entertainer en in de tussenliggende periode heeft Tim zijn presentatie een flinke impuls gegeven. Zaterdagavond stond er een innemende persoonlijkheid op het podium, een entertainer die zijn publiek in geuren en kleuren vertelde hoe de blues hem in een ijzeren greep heeft gekregen. Zo stevig iemand omklemmen is zelfs Sanneke Vermeulen niet gegeven.
 
Tim Knol neemt het publiek mee op ontdekkingstocht in de wereld van americana. Een zoektocht naar verhalen over zijn favoriete liedjes en muzikanten. ‘Ik ben mijn hele leven al gek van traditionele Amerikaanse muziek, zoals soul, country, rhythm-and-blues en folkmuziek. Dit pad ga ik verder bewandelen. En dan dienen zich vanzelf ook nieuwe liedjes bij me aan', zo vertelde hij in een recent interview.
 

 

Aan de hand van verzamelde foto’s, en verhalen over bij voorbeeld Tecumseh Valley van Townes Van Zandt, Boomer’s Story van Ry Cooder en Deep River Blues van Doc Watson doet Tim verslag van zijn ontdekkingen. In de theatershow Tim Knol Gets the Blues speelt hij naast zijn favoriete muziek ook liedjes van zijn nieuwste album Long Live Your Friends. Voorts had hij nog een verrassende uitsmijter voor de bezoekers in petto.      

Zondag 14 april

GENTSE CULTUUR ERVAREN IN BURCHT GRAVENSTEEN

          Biljartteam De Gewiekste Balgoochelaars, verbonden aan Huize Wiekendael, reist binnenkort af naar Gent. Een bezoek aan de burcht Gravensteen, de grootste historische trekpleister in de woonplaats van schrijver Herman Brusselmans, staat uiteraard ook op het programma. De burcht is iedere dag van de week geopend van 10.00 tot 18.00 uur. De toegangsprijs bedraagt 13 euro, kinderen onder twaalf jaar mogen gratis naar binnen.
 
Een bezoek aan de mystieke burcht ‘Het Gravensteen’ kan niet ontbreken op onze to-dolijst tijdens deze stedentrip in Gent. Deze belangrijke bezienswaardigheid in Gent is een burcht met een zeer bewogen geschiedenis, nauw verweven met de complexe en vaak woelige politieke en sociale historiek van de stad. Het is de enige overgebleven middeleeuwse waterburcht met een vrijwel intact verdedigingssysteem in Vlaanderen. Een bezoek aan het Gravensteen geeft een volledig beeld van de riddercultuur in de 12de eeuw. Het poortgebouw, de walmuur, de donjon, de grafelijke residentie en de paardenstallen zijn toegankelijk voor bezoekers.
In het Gravensteen vind je een unieke verzameling foltertuigen. De vroegere voorraadkamer herbergt de foltertuigen die er worden tentoongesteld in een suggestief ‘kabinet van de beul’. In de audiëntiezaal kun je de collectie gerechtsvoorwerpen bekijken. Het Gravensteen huisvest ook heel wat culturele activiteiten, evenementen en activiteiten onder meer tijdens de Gentse Feesten. Veel trouwlustige Gentenaren kiezen deze locatie om hier hun ja-woord te geven.
Zijn geschiedenis gaat terug tot de Romeinse bezetting, toen er op de zandbank in de Leie al een eerste nederzetting was. Na een korte doortocht van plunderende Vikings bouwden de Graven van Vlaanderen de eerder gebouwde houten constructies in de middeleeuwen om tot een donjon (woontoren) met een volledige stenen omheining, compleet met 24 torens. Het imposante gebouw stond, met zijn militaire architectuur, symbool voor de grafelijke macht in het woelige Gent.
 
Beleef je een bezoek aan het Gravensteen graag met een vleugje humor? De audiotour, ingesproken door de Vlaamse comedian Wouter Deprez, neemt je mee op ontdekkingstocht in en rond de burcht. Hij vertelt je de geschiedenis, doorspekt met grappige anekdotes en meeslepende riddergevechten op de achtergrond. Misschien hoor je wel verhalen die zelfs Gentenaars nog nooit eerder hoorden! De comedy tour is er ook voor mensen met een auditieve beperking. Een visioguide in Vlaamse of internationale gebarentaal neemt je mee door het kasteel. Vraag je tablet met 18 videofragmenten in de shop van het Gravensteen, die is inbegrepen in de toegangsprijs. De biljartbalgoochelaars uit Roosendaal zullen zich ongetwijfeld prima vermaken in deze burcht.
 
Een kort historisch overzicht: Het Gravensteen dankt haar bestaan aan de graven van Vlaanderen. Om zich te beschermen tegen aanvallen van buitenaf, bouwt graaf Boudewijn II in de negende eeuw op alle strategische plaatsen in zijn rijk versterkingen. Zijn zoon, Arnulf I, zet zijn werk verder en bouwt een vesting in Gent op de plek waar nu het Gravensteen staat.
In de elfde eeuw wordt het houten bouwwerk vervangen door een luxueuze residentie in kostbare Doornikse kalksteen. De omliggende houten bijgebouwen zijn stapelhuizen waar de opbrengsten van het (grafelijk) domein uit de omliggende streek worden gecentraliseerd en bewerkt door gespecialiseerde ambachtslieden. In de daaropvolgende eeuw wordt het kasteel een mottekasteel. Rond het gebouw komt er een ophoging van ongeveer 3m. Wat vroeger de eerste verdieping was, wordt dus het gelijkvloers. Er komt ook een stenen omwalling. Een poortgebouw scheidt het opperhof voortaan van het voorhof dat we nu kennen als het Sint-Veerleplein.
 
In de twaalfde eeuw verwerft Diederik van de Elzas de grafelijke troon. Tijdens zijn regering, en later die van zijn zoon Filips, worden de Vlaamse steden, en vooral Gent en Brugge, belangrijke pionnen op de politieke landkaart van het graafschap Vlaanderen.
Dankzij zijn wolverwerkende nijverheid, groeit Gent in die periode uit tot een welvarende stad. De rijke handelaars wonen er voortaan in luxueuze stenen huizen van Doornikse kalksteen. Het is hun manier om te etaleren hoe belangrijk ze zijn. Als antwoord op deze ‘Stenen’ geeft Filips van de Elzas bij zijn thuiskomst van zijn eerste kruistocht, onmiddellijk de opdracht om de grafelijke burcht te verbouwen tot een imposant stenen kasteel om - volgens een eigentijdse kroniek – ‘de hoogmoed van de Gentenaren in de tomen.’
 
Filips laat de motte dus verhogen en verbreden. Het centrale gebouw wordt een enorme donjon van wel dertig meter hoog, die ook binnenin wordt aangepakt. Rond het opperhof komt een muur met 24 erkertorentjes en een vooruitspringend poortgebouw, waar nu nog het volgende opschrift te lezen is: ‘In het jaar van de menswording 1180 deed Filips, graaf van Vlaanderen en van Vermandois, zoon van graaf Diederik en van Sibylla, dit kasteel bouwen’. Om een veelkleurige architectuur met een rijkere uitstraling te bekomen, worden verschillende steensoorten gebruikt. De versiering blijft voor de rest beperkt. De opbouw van de burcht doet denken aan het befaamde Crac des Chevaliers, de beroemde burcht in Noord-Syrië die onlosmakelijk verbonden is met de kruistochten. Misschien deed Filips daar wel inspiratie op.
Het Gravensteen is nooit een voltijdse residentie. Enkel wanneer de grafelijke hofhouding in Gent is, verblijft ze er. De stad is sowieso niet echt de lievelingsverblijfplaats van de graaf. Daarvoor zijn de Gentenaars te opstandig. De burcht is dus eigenlijk vooral het bestuurlijk centrum van het graafschap. De grafelijke administratie is er gevestigd en men spreekt er recht.
 
Vanaf de veertiende eeuw wordt het Gravensteen het epicentrum van het recht in Vlaanderen. De Raad van Vlaanderen dat o.m. bevoegd is voor zware feiten en majesteitsschennis en dienst doet als hof van beroep vestigt er zich. In de zeventiende eeuw zijn er vier verschillende rechtbanken actief in het kasteel.
 
Naast gerechtshof, wordt het Gravensteen ook gevangenis. De halfondergrondse cellen die er zijn in ondergebracht, zijn vochtig en tochtig en vooral ’s winters erg koud. Vooral de ondergrondse kerkers worden gevreesd. En natuurlijk ook de folteringen. Hoewel de rechtsprocedure van tortuur in de vroege Middeleeuwen een stille dood is gestorven, voert men die ten tijde van de Raad van Vlaanderen opnieuw in. Vanaf de vijftiende eeuw wordt foltering of ‘scherpe examinatie’, zoals geselen en het uitrekken van ledematen, opnieuw gemeengoed.
Wanneer het gerechtshof in de achttiende eeuw verhuist, komt het gebouw onder de veilinghamer terecht. De opbrengst moet respectievelijk de Oostenrijkse en de Franse staatskas spijzen.
 
Architect Jean-Denis Brismaille koopt het eerste lot. Naast de toegangspoort van het Gravensteen komt een directeurswoning waar hij zelf intrekt. De burcht vormt hij om tot een industrieel complex waar zich katoenspinnerijen en een metaalconstructieatelier vestigen. Op het vrij liggend terrein van de burcht bouwt hij een beluik waar een vijftigtal arbeidersgezinnen onderdak vinden. Het tweede lot wordt eigendom van Ferdinand Jan Heyndrickx, industrieel en schoonbroer van Lieven Bauwens. Ook hij start met een katoenspinnerij.
In die periode verschilt het kasteel qua uitzicht weinig van andere typische Gentse arbeiderswijken. Enkel de oude toegangspoort herinnert aan het middeleeuwse verleden. Het Gravensteen staat voortaan bekend als de Cité Hulin, naar de schoonzoon van Jean-Denis Brismaille die dan eigenaar is van de meeste huizen in het Gravensteen.
Op het einde van de negentiende eeuw verhuizen de bedrijven naar de rand van de stad. Men wil het vervallen gebouw slopen en verkopen als bouwgrond. Gelukkig is er geen interesse voor het project en begint het Gentse stadsbestuur samen met de Belgische staat de site in verschillende fases terug te kopen uit particulier bezit. Bij de daaropvolgende restauratie, kiest architect Jozef De Waele voor een romantische interpretatie van het kasteel van Filips van de Elzas. Vanaf 1907 is het Gravensteen publiek toegankelijk. De Wereldtentoonstelling in 1913 betekent voor het Gravensteen het begin van haar reputatie als grootste toeristische trekpleister van Gent.              

Zaterdag 13 april

TULLEPETAONEN LEVERDEN BIJNA 4000 KILO PLASTIC IN

       Carnaval in Roosendaal heeft dit jaar volgens B&W opnieuw bewezen een spectaculair feest te zijn met het recordaantal van ruim 35.000 bezoekers. 'Het was een echt Tullepetaons feest waarbij alle pleinen en partijen uitstekend hebben samengewerkt, van beveiliging tot de programmering op de diverse podia.
 
3.920 kg plastic opgehaald. Een bijzondere verandering dit jaar was de introductie van recyclebare bekers (softcups) en bekermunten, een systeem dat werd ingezet om het gebruik van vervuilende bekers op straat te verminderen en het gebruik van
plastics terug te dringen. Dit initiatief, genaamd 'Bekers naar de Bar', kwam voort uit de nieuwe SUP-wetgeving
(Single Use Plastic), die op 1 januari 2024 in werking trad. Deze wet verbiedt plastic-bevattende wegwerpbekers en maaltijdverpakkingen voor consumptie op locatie, tenzij voldaan kan worden aan hoogwaardige recycling. Al met al leverde dit een lastige opgave op voor de Roosendaalse horeca voor wie carnaval een belangrijk evenement is'.
De gemeente Roosendaal wilde deze omschakeling in goede banen leiden. Om de horeca te helpen in dit proces
is onder anderen een expert ingehuurd. Gemeente en horeca hebben nauw samengewerkt om de berg plastic in
de binnenstad aanzienlijk te verminderen. Dit blijkt ook uit de indrukwekkende cijfers: maar liefst 3920 kg plastic
werd opgehaald, met een retourpercentage van 90,8% van alle uitgegeven plastic bekers. De leverancier van de
bekers (Circular Pet) gaf aan dat dit een bizar hoge score is, die uniek is voor een evenement als carnaval. Een percentage waarmee ook ruim voldaan is aan de wettelijke norm van 75%.
In eerste instantie vreesde de horeca dat de bekeractie hun omzet zou verminderen. Verschillende ondernemers hebben echter laten weten dat ze dit jaar juist een toename van de omzet hebben gezien, in plaats van een afname. Naast de samenwerking met horeca kan tevreden worden teruggezien op de samenwerking met de organiserende stichting Carnaval Roosendaal.
"Vijf jaar geleden intensiveerden we onze samenwerking voor een succesvollere Roosendaalse carnaval. De bijeenkomsten waarin we inzichten, belangen en wensen deelden met vertegenwoordigers van diverse instanties, zoals de gemeente, politie, brandweer en horeca boekten we vooruitgang. Vooral tijdens de
coronapandemie bleek deze inspanning waardevol. De laatste twee jaar, met volwaardige carnavalsfeesten, bevestigen het succes. We plannen deze vruchtbare samenwerking voort te zetten en uit te breiden”, deelt Jacqo van Gastel, voorzitter van stichting Carnaval Roosendaal.

 

Een andere primeur dit jaar was het gloednieuwe toiletplein achter het Raadhuis, waardoor bezoekers niet langer afhankelijk waren van de toiletten in horecagelegenheden. Tijdens de optocht was er ook een extra toiletwagen bij Café JaxX te vinden. Verder is de politie tevreden over het verloop van de carnavalsviering, waarbij geen grote incidenten hebben plaatsgevonden.             

Zaterdag 13 april

COLLEGE VOOR DE RECHTEN VAN MENS BUIGT ZICH OVER DE LEEFTIJDSGRENS VOOR BURGEMEESTERSKANDIDATEN

          Zoals bekend kreeg ik op mijn sollicitatie naar de functie van burgemeester van de gemeente Roosendaal als reactie uit het Provinciehuis in Den Bosch telefonisch het volgende te horen: 'Het spijt mij dit te moeten mededelen, maar u hebt uw leeftijd tegen. De wet schrijft voor dat een burgemeester op zijn 70e moet aftreden en aangezien een burgemeester geacht wordt minstens een termijn van zes jaar uit te dienen, komt u met uw bijna 67 jaar niet meer in aanmerking. Vier jaar geleden toen u eveneens op deze functie solliciteerde speelde dit aspect geen rol. We hebben u toen uitgenodigd voor twee gesprekken in het Provinciehuis, een met toenmalig Commissaris der Koning Wim van der Donk en met mij de secretaris. Ik herinner me die ontmoeting als zeer levendig, bemoedigend en aangenaam, de commissaris dacht er ook zo over, maar uiteindelijk viel de keuze in overleg met de afvaardiging van het gemeentebestuur op Han van Midden, die nu eenmaal betere papieren had', aldus de secretaris.
 
Het klonk lovend, maar ik stond wel met lege handen en Roosendaal werd mijn inziens ten onterecht de mogelijkheid van een burgemeester uit de eigen gelederen ontnomen. Sinds de heer Freijters is dat niet meer voorgekomen. De leeftijdsgrens van zeventig is natuurlijk niet meer van deze tijd -deze beperking geldt niet voor een Tweede Kamerlid, een Eerste Kamerlid, een minister, een staatssecretaris en een premier en al helemaal niet voor een Amerikaanse president waar twee bejaarde heren gaan uitmaken wie in 2025 het hoogste ambt aldaar mag gaan bekleden. Na ampele overwegingen besloot ik daarom deze kwestie voor te leggen aan het College van de Rechten van de Mens die daarop positief heeft gereageerd. Zie onderstaand.
 
Bedankt voor uw bericht aan het College voor de Rechten van de Mens (hierna: College). Uw bericht wordt (anoniem) geregistreerd. In uw bericht geeft u aan dat u gesolliciteerd had voor de functie van burgemeester maar dat u niet bent aangenomen vanwege uw leeftijd. Wat een vervelende situatie. Hieronder licht ik de wet toe en wat het College voor u zou kunnen betekenen.
 
Leeftijdsdiscriminatie
 
Het College is een nationaal mensenrechteninstituut en heeft de bevoegdheid om individuele klachten over discriminatie te toetsen aan de gelijke behandelingswetgeving. De Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL) verbiedt leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt, waaronder bij de werving en selectie. Er kan sprake zijn van discriminatie als een afwijzing voor een functie verband houdt met uw leeftijd. Meer informatie over discriminatie kunt u hier vinden.
Een voorbeeld van een eerder oordeel over leeftijdsdiscriminatie ten aanzien van het aangaan van een arbeidsverhouding.
In dit oordeel van het College ging het over een 46-jarige man die werd benaderd door een recruiter omdat zij trainees zocht. Nog voor het tot een telefonisch kennismakingsgesprek komt, vraagt de recruiter naar de leeftijd van de man. De recruiter geeft aan dat de man niet geschikt is voor het traineeship. De reden die de recruiter hierbij gaf was dat de sollicitant door zijn leeftijd niet zou aansluiten bij de doelgroep van het traineeship. Als gevolg hiervan werd de man anders behandeld dan anderen op basis van leeftijdscriteria. Ook motiveerde het bedrijf geen goede reden voor het gemaakte onderscheid. Daarom oordeelde het College dat er sprake was van discriminatie op grond van leeftijd bij de werving en selectie, zie overweging 6.3 t/m 6.
 
Een voorbeeld van ontslag bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd
In een andere zaak kwam het College tot het oordeel dat er geen sprake was van verboden onderscheid bij het beëindigen van de arbeidsrelatie, omdat iemand de pensioengerechtigde leeftijd bereikt had. Dit leeftijdsonderscheid valt onder de uitzondering van artikel 7, eerste lid, onderdeel b, WGBL, en is daarom niet verboden. In dat geval was er dus geen discriminatie. U kunt die zaak hier teruglezen. Datzelfde geldt voor dit voorbeeld.
Omdat u nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt, is uw situatie net anders dan de bovengenoemde voorbeelden.
 
Wat kunt u doen?
 
U kunt een klacht indienen bij het College
 
Of er in deze situatie sprake is van discriminatie, kan het College beoordelen in een (kosteloze) klachtenprocedure. In deze procedure beoordeelt het College de klacht in een schriftelijk onderzoek en een onderzoek ter zitting waarbij hoor en wederhoor wordt toegepast. Meer informatie over de klachtenprocedure kunt u hier vinden. Om een klachtenprocedure in gang te zetten, kunt u hier het klachtenformulier invullen door te klikken op ‘’oordeel aanvragen’’. Op dit moment duurt het ongeveer 12 maanden tot het College een oordeel uitbrengt. Tot zover het College.
 
Overbodig te vermelden dat ik dit oordeel heb aangevraagd, al kan ik er gezien de lange wachttijd zelf niet meer van profiteren. Maar het kan wel helpen om een ongekende omissie in het wetboek recht te zetten. Dat zal mij toch de nodige voldoening geven als de klacht gegrond wordt verklaard. Ik heb goede hoop dat dit ook gebeurt.                

Zaterdag 13 april

JIM DESSES SCHOTELT PUBLIEK HALVE VOORSTELLING VOOR

       Het kleine zaal-publiek schoof vrijdagavond in de kleine zaal van De Kring om kwart over acht aan voor Jim Deddes met zijn 'De Joardy Show', de theaterversie van ‘Joardy Season’, de webserie die hij maakt met regisseur Jan Hulst en waarmee het duo in 2019 de Zilveren Nipkowschijf won. Voorts was Deddes betrokken bij Jiskefet 2.0. Na vijf kwartier was het alweer gedaan met de lol en de jolijt, beide elementen kwamen echter niet tot wasdom in die korte tijdspanne.
 
De Zilveren Nipkow-jury was ongekend lovend in zijn eindoordeel.
'Je kunt veel theorieën op de humor van ‘Joardy’ loslaten in een poging de genialiteit ervan te duiden. Gewoon kijken werkt sneller. En hoe vaker je het ziet, hoe leuker het wordt', schreef de Nipkow-jury die kennelijk niet verlegen zit om overdreven superlatieven. Grappig was het in De Kring echter zelden, meer dan een glimlach wist het duo niet te oogsten. Deddes werkt in deze productie samen met een acteur. Vreemd genoeg wordt diens naam niet genoemd in de vele aankondigingen. 'Het is raden naar de rest', zou wijlen Henk Elsink hebben gezegd. Het publiek, dat 'hilarische typetjes als Harco en Brian Rompoe, ongefilterd privémateriaal van Jim en comedyworkshops van acteur Oscar Aerts, bekend van onder andere ‘GTST’ en ‘Costa!’ te verwerken kreeg, werd door de diverse theaters aangeraden er wel snel bij te zijn, want de kaartverkoop voor ‘De Joardy Show’ gaat zeker weten ziek (hier zal wel 'ziedend bedoeld zijn') hard. De theaterliefhebbers in Roosendaal lieten zich niet gek maken, want de voorstelling was verre van uitverkocht. Om toch nog wat vlees op de theaterbotten te hebben, waren middelbare scholieren ingeschakeld als zaalopvulling. Een van hen, gezeten op de eerste rijd, vond zijn smartphone echter veel interessanter. 'De Joardy Show' hield zowel in kwaliteit als kwantiteit niet bepaald over. Alleen de act van een Chelsea-supporter wist mij een glimlach te ontlokken. De voorstelling is door De Kring gerangschikt onder de categorie cabaret. Het was echter meer songs, satire en ander snoepgoed (legendarisch programma van Robert Long, Jerome Reehuis, Dimitri Frenkel Frank en Jenny Arean -als enige nog onder ons) dan een maatschappijkritische visie op mens en maatschappij. Maar dan van een veel minder gehalte. Het wordt hoog tijd dat er paal en perk wordt gesteld aan dit soort halve voorstellingen. Zouden artiesten met producties waar na de niet bestaande pauze niets meer gebeurt dan ook halve gages ontvangen, zo vraag ik me in gerede gemoedelijkheid dan wel eens af.
 
De Cabarestafette van woensdag 10 april in De Kring was ook al moeilijk te verteren. De vorige editie van gebundeld cabaret 'talent' was zelfs dermate bedroevend van 'niveau' dat het publiek van De Kring terecht een alternatieve voorstelling kreeg aangeboden. Lotte Velvet was hier het enige lichtpuntje, van Thjum Arts, Remy Evers en ad-hoc-presentator Thijs van de Meeberg zullen we vermoedelijk niet veel meer van vernemen. De enige vraag waar ik mee zit is of Thijs familie is van Rob van de Meeberg, die ooit een kostelijke Wim Kan neerzette op het podium. Als dat zo is, heeft Thijs het talent van Rob bepaald niet geërfd. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: het komende theaterseizoen graag meer toneel en dans in de kleine zaal. En natuurlijk hou ik ook een Pleijdooi voor meer juweeltjes, zoals Micha Molthoff en band met '50 shades tot Fiddle', een wervelende muzikale voorstelling die 4 april te zien en vooral te horen was op dit podium.
 

 

FOTO ANNE VAN ZANTWIJK: Lotte Velvet was het enige lichtpuntje in Cabarestafette 2023-2024.      

Donderdag 11 april

NU WEET IK DAT IK HET NOOIT ZAL WETEN

Nu weet ik dat ik het nooit zal weten
Toen ik een kwajongen was, drie turven hoog
Sloeg ik sterke taal uit, om een man te lijken
Ik zei: "Ik weet, ik weet, ik weet, ik weet"
Dat was in 't begin en in de lente
Toen ik achttien was geworden
Heb ik gezegd: "Ik weet 't
Nou ben ik erachter
Nou weet ik 't"
Maar vandaag, nu
De tijd dat je terug kijkt
De tijd dat je kijkt naar de aarde
Waarop je al zoveel stappen gezet hebt
Weet je nog altijd niet waarom 't draait
Toen ik vijfentwintig was, toen wist ik alles
Over de liefde, de rozen, 't leven, de centen
Ah, de liefde, ik heb er alles van meegemaakt en genoten
Maar gelukkig, net als mijn kameraden
Had ik al mijn kruit nog niet verschoten
In de zomer van mijn leven
Heb ik nog veel geleerd
En wat ik geleerd heb, dat kun je in een paar woorden zeggen
De dag waarop iemand van je houdt, dat is een mooie dag
Ik kan 't niet beter zeggen
Een mooie dag
Wat mij, in de herfst van mijn leven, nog steeds verwondert
Je vergeet zoveel avonden van droefheid
Maar nooit een morgen van tederheid

 

Heel mijn jeugd heb ik gezegd: "Ik weet"
Alleen, hoe meer ik zocht, hoe minder ik wist
Nu heeft de klok 67 keer geslagen
Ik sta nog steeds voor mijn raam
Ik kijk en zoek je in mezelf
Nu weet ik 't
Ik weet dat ik het nooit zal weten
't Leven, liefde, geld, vrienden, de rozen
Je zult nooit iets weten van de klank en de kleur van de dingen
Dat weet ik
Dat weet ik dan ook zeker      

Woensdag 14 februari

LIEDTEKST VOOR ROOSENDAAL

        HET DORPJE ROOSENDAAL IS NU EEN GROTE STAD
 
(op de melodie van 'Het Dorp' , vooral bekend in de uitvoering van Wim Sonneveld)
 
Thuis heb ik nog een oude prent
Waarop een plein, een massagetent
Een pizzazaak en verder niets
Zo was het dorpje Roosendaal
Een verlopen man met zijn gemaal
Een junk reed op een gratis fiets
 
Een vandaaltje sloeg tegen een ruit
En stal appels uit een kajuit
Jan Cartens pen schreef geduldig
 
De misdaad was iets sympathieks
De oudste hoer had nog wat sjieks
Wat waren boefjes toen onschuldig
 
En langs het tuinpad liep de dader
Gewapend met een jutezak
Je wees hem na samen met je vader
En hij vluchtte weg op zijn gemak
 
De kalme tijden zijn helaas failliet
In het stadje aan de Vliet
De drugsbende triomfeert
Hun bazen praten met financiers
Geweld werd iets reguliers
Wie dwars ligt, blijft niet ongedeerd
 
Dit houdt niet op
Er is voor hen geen grens
Ze zitten ook bij Harry Mens
Wat op zich al crimineel is
 
Zo lig je op de Schneiderslaan
Terwijl je nooit meer kunt staan
Met in je borst een nikkelen nelis
 
En langs het tuinpad van het kader
Loert om de haverklap gevaar
De beulen komen op de motor
En zijn voor zessen klaar
 
Vroeger lag daar hondenpoep
Nu vergezeld door lijken op de stoep
Zachtjes klinkt begrafenismuziek
Daders kennen geen gebod en ook geen recht
Het is enkel Han die zacht wat zegt
Zijn middenweg duldt geen boevenkliek
 
Zelden werden we zo opgeschrikt
Nu de plaats van zo'n delict
Naast de kelder ook de buurt is
Het werd Han toch te gortig
Dus naar de zon weg van het gekissebis
 
Han verlaat nu snel het Huis van Roosendaal
Met al zijn geblaat en zijn gebler
Dit dorp werd echt een stad van staal
Met wethouder Evelien als nieuwe ster       

Vrijdag 26 januari

ZANGERES MELANIE SAFKA (76) OVERLEDEN

De Amerikaanse zangeres Melanie is op 76-jarige leeftijd overleden. Dat hebben haar drie kinderen bekendgemaakt. De singer-songwriter had rond 1970 haar grootste hits, zoals Beautiful People en Brand New Key.

 

Melanie Safka werd in 1947 geboren in New York en trad al als kleuter op in een radio-uitzending. In 1969 gaf ze op 22-jarige leeftijd een solo-optreden op het Amerikaanse festival Woodstock. Een optreden dat de film over Woodstock helaas niet haalde.  Een van de liedjes die ze zong was Beautiful People, dat alleen in Nederland een hit werd. Het nummer staat steevast in de NPO Radio 2 Top 2000. Eind jaren 90 werd de hit gecoverd door Mathilde Santing, die er ook succes mee had.

 

Tijdens haar optreden op Woodstock had het publiek kaarsen aangestoken en dat inspireerde Melanie tot een andere grote hit: het nummer Lay Down (Candles in the Rain), een coproductie met de Edwin Hawkins Singers. Korte tijd later volgde het succesvolle Brand New Key, over een meisje op rolschaatsen dat de aandacht probeert te trekken van een jongen.

 

Melanie was 45 jaar samen met producer en manager Peter Schekeryk. Hij overleed in 2010. Een aantal jaren later verscheen een musical over hun leven samen. Over de doodsoorzaak van de zangeres is niets bekendgemaakt.

 

Begin jaren negentig interviewde ik haar in Zaal Rex in Essen, waar ze die avond een concert gaf als onderdeel van haar Europese tournee. Uit eigen beweging vertelde Melanie dat ze de 5000 gulden die dit optreden haar opleverde maar wat goed kon gebruiken.